De lepel van Marlies

Het leven van de lepel van Marlies. Een metalen en zilverkleurige lepel, met kleine bevlekkingen die je er toch nooit meer uitkrijgt. Te vaak in de vaat geweest. Hij is niet groot, maar daar houdt zij ook niet van. Zij eet het liefst met kleine hapjes. Midden in de nacht ligt hij daar in de la tussen het andere bestek, meestal bij de andere lepels, maar soms ook wel eens zonder nadenken in de vorkenbak gegooid. Daar ligt hij dan, de hele nacht. In het donker. In de ochtend, rond half 8, gaat de la open. Om de beurt pakt Marlies het bestek, de lepel niet vergetende. En kijk, daar is de kom al. De kom vol cornflakes en melk, of heel soms ook wel yoghurt, maar Marlies houdt niet zo van die zure smaak.

Met enige tegenzin duikt de lepel de kom in. Hij wordt geroerd. Of wordt de cornflakes nou geroerd? Zelf weet hij het ook niet. De lepel wordt misselijk. Op het moment dat Marlies wat met de lepel opschept en het goedje in haar mond giet, lijkt het alsof de lepel zijn eigen maaginhoud er uit gooit. Klots na klots verplaatst zijn maaginhoud zich naar de maaginhoud van Marlies. Op de vroege morgen geen prettige gewaarwording. Op geen enkel tijdstip trouwens. Hij voelt steeds dat hij omgedraaid wordt en dat de tong van Marlies probeert het laatste beetje af te likken. Daarna gaat hij de kom weer in. Weer ondergedompeld in diezelfde kom. Na dit zo’n 19 keer herhaald te hebben is de kom leeg. De dienst van de lepel zit er weer op voor vandaag. Tenzij Marlies vanavond soep eet. Maar voor nu, is hij niet meer nodig. Hij gaat de vaatwasser in. Een vaatwasser die zo vaak gewassen heeft dat het eerder een vaatvervuiler genoemd mag worden. Samen met de andere vaat wordt hij opgesloten. Alsof hij zou kunnen ontsnappen zonder ledematen.

De vaatwasser wordt aangezet en het kokende water tracht met een goedkope opgeloste vaattablet de lepel van zijn overbodige restjes melk en cornflakes af te helpen. Een keihard geraas dat nooit op lijkt te houden doet het servies schudden van wanhoop. Na een uur of wat gaat automatisch de droger aan. Door de hete stoom doet de op een vaatvervuiler lijkende vaatwasser eerder lijken op een oven. Het zilver van de lepel is er al lang afgeschroeid. In de winkel was hij nog zo mooi, met enkel een krasje linksachter op zijn bolle kant. Maar dat ziet geen klant. Daar zorgt de verkoper wel voor. 11,95, in vertrouwde guldens, daar ging het setje lepels met vorken en messen voor weg. Van ieder drie. Dat was een rare tijd met zo veel veranderingen. Nu is alles bepaald. Het ritme van de lepel is nu niet meer weg te denken. Behalve als Marlies op vakantie gaat. Vroeger ging de lepel dan nog wel eens mee. Maar Marlies gaat alleen nog maar naar luxe oorden, daar zijn oude lepels niet meer nodig. Al het geraas is in ene weg. Een koele bries waait naar binnen, het licht schijnt op het bestek en het servies. Enige tijd blijft de situatie gelijk. Iedereen in de vaatvervuilende oven koelt langzaam af.

Uiteindelijk is daar dan het moment. Grote handen grijpen naar binnen. Het bestek en het servies worden opgepakt en schijnkritisch bekeken. Marlies heeft een zesjesmentaliteit. Met een blik van desinteresse wordt de lepel de la ingegooid. De la gaat dicht. Het licht gaat uit. De stilte heerst. De komende uren zal er niets gebeuren. Misschien wordt het pas weer morgen als de lepel gebruikt wordt. De lepel weet van niets. De lepel kan dan ook niets. De lepel is niets. Voor niemand.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *